“Hypomaan, hypomaan!! Wat? Ga ik naar de maan??”
Michael dacht dat hij dood ging: hij zag een tunnel van wit licht en zwarte kraaien in zijn huis. Het was het begin van de manische tijd in zijn leven. Na een intensieve behandeling bij Antes is hij nu stabiel én heeft hij een mode-collectie ontworpen gebaseerd op zijn hypo-manische buien. Hij wil anderen inspireren en laten zien dat er een uitweg is.
“Hypomaan, hypomaan!! Wat is dat? Ga ik naar de maan??” Het is 2009 als Michael bij de dokter staat en te horen krijgt dat hij waarschijnlijk hypomanie heeft, een vorm van manie en een bipolaire stoornis.
“In 2009 dacht ik dat ik over water kon lopen, ik sliep ook niet meer. Mijn toenmalige dokter zei, ga maar naar het Kruidvat en haal maar van die pilletjes waar je rustig van wordt. Ik dacht, die vent is gek. Niet ver daarna kwam ik bij een andere arts. Echt zo’n oude hippie, hij rookte ook in de behandelkamer. Ik was knetter, helemaal druk, enorm wijde ogen en een strakke kop. Hij zei direct: “Oh ik zie het al, je bent hypomaan”. Hij heeft toen geregeld dat ik naar Antes kon.”
Modecollectie over het gevoel van manisch zijn
Michael is 49 jaar en van beroep mode-ontwerper. We ontmoeten hem in zijn atelier in Rotterdam-Zuid. Hij heeft een kamer in een schoolgebouw uit de jaren 30, waar hij met 17 andere kunstenaars zijn ding doet. Zijn kamer hangt vol met kleurrijke kleding en extravagante jurken. Een aantal van die jurken horen bij de collectie die hij maakt. Al jaren broedde bij hem het idee om een collectie te maken over het gevoel van manisch zijn. Hij diende bij Droom en Daad zijn idee in en kreeg een donatie, precies de push die hij nodig had om er voor te gaan.
De staat van manisch zijn
“De staat van het manisch zijn is op zich heel interessant. Want je kan alles 10 keer zo snel. Je hebt veel energie, je bent vrolijk en heel creatief. Ik merk de laatste jaren ook dat ik het gevoel onder controle kan houden. Dat gegeven leek me interessant. Om te laten zien dat je een normaal leven kan lijden als je manisch bent en dat je er mee kunt leren omgaan. Daarom ben ik met de collectie begonnen.”
Een collectie van 12 jurken
De collectie van Michael bestaat uit 12 jurken, voor elke maand een ontwerp. “In mijn manische staat had ik namelijk elke maand een ander gevoel. In de winterperiode is het gemoed weer wat donkerder, de zomer euforisch. Zo heb ik 12 looks ontworpen.” Hij wijst naar een jurk met veel kleur, de Euforia. Het is een jurk samengesteld uit allemaal losse sjaaltjes. “Iedere creatie beeldt eigenlijk een gevoel uit in het proces van manisch zijn”. Naast de kleurrijke jurk hangt een exemplaar met een sluier. “Deze zilverkleurige, dat is wanneer ik me helemaal afzonder en niet tegen de prikkels kan.”
Ik was totaal een ander mens
Over die donkere en afgezonderde staat zegt hij: “Ik was niet iemand die niet uit bed kwam als de manie voorbij was. Het waren vooral negatieve gedachten: Ik kan niks, en ik ben niks waard. Ik hoorde ook stemmen of zag iemand staan en dacht dat die me kapot ging schieten. Ik kon me wel moeilijk tot dingen zetten, had geen energie. Dan was ik helemaal uitgeput na de manie en kwamen die depressieve gevoelens naar boven. Ik toonde ook vluchtgedrag. Liet dagen niks horen en gaf veel geld uit. Mijn partner Ivan heeft me ook wel eens in bed gevonden met een ander als ik manisch was. Ik was totaal een ander mens.”
Verse bokkepootjes
De koffiegeur waait door het atelier van de ontwerper, de zon straalt vol naar binnen. Zijn kamer is het kantoor van de oude rector. Door twee grote ramen kijk je op de tuin van de school en de huisjes in de volkswijk in Rotterdam Zuid. Bij de bakker om de hoek heeft Michael verse bokkenpootjes gehaald. Die staan te shinen op zijn bureau. Voordat hij een hap neemt en verder vertelt over de collectie gaan we terug in de tijd.
Meerdere psychoses
“In 2009 sloegen de stoppen door”, blikt Michael terug. “Ik bleef maar gaan, was super druk en sliep niet meer. Daarvoor had ik al meerdere psychoses gehad, maar ik wist helemaal niet wat het was. Ik had wel vaker dat ik niet sliep en ineens heel extravagant deed in een tijd dat ik in Amsterdam woonde.” Hij schaterlacht erbij en slaat zijn hand voor zijn gezicht. “Dan skatete ik door de stad en voelde ik me helemaal the king. Dat stopte dan wel weer, maar in 2009 was de stopknop echt kwijt.”
Wat een gezellig druk type
Hij komt bij een psycholoog van Antes terecht. “Dat was soms wel een uitdaging, want ik had helemaal geen besef van tijd tijdens mijn manische periodes. Ik had ook totaal geen regelmaat, geen ritme en geen rust. Daar werd dan op gehamerd. Ik had ook periodes dat ik zei: ja maar ik ben helemaal niet manisch. Dat Ivan, mijn partner, dan aan de alarmbel trok. Of dat mijn moeder door mijn snelle praten al wist hoe laat het was. Zij waren mijn belangrijkste schakels, Die zagen het gelijk, anderen dachten meer van: oh die is grappig of wat een gezellig druk type.”
Systeemtherapie
Het praten met de therapeuten hielp hem erg, onder andere met systeemtherapie. “Vooral mijn systeemtherapeut en psychiater hebben me geholpen mijn leven weer op de rails te krijgen. In het begin had ik gesprekken over de familiebanden en de relatie met mijn moeder, vader en broer. Of hoe de verhouding waren binnen de familie. Of er spanning was in huis? Of ik misbruikt was? Maar dat was het dus allemaal niet. Natuurlijk hadden mijn ouders wel ruzie, dat komt bij iedereen voor, maar niet extreem. Wel zit er in de familie een bepaalde gevoeligheid. Een oom van mij heeft bijvoorbeeld zelfmoord gepleegd en verslaving zit ook in de familie. Maar zelf denk ik dat een ander traumatisch incident de voornaamste oorzaak is van alle problemen.”
Helemaal de weg kwijt
Michael neemt een slokje van zijn koffie en laat het bokkenpootje nog even staan. “In Amsterdam ben ik gedrogeerd. Ik was in een blues tentje en zag al een tijdje een groepje staan die aan de drugs waren. Ze trokken van die dierlijke bekken. Vervolgens ging bij mij het licht uit. Hoe ik thuis ben gekomen weet ik niet meer. Ik kwam in een soort shock, het was heel eng. Ik zag zwarte kraaien en een tunnel van licht, en zag mijn familie. Ik dacht, nou dit is het einde. Mijn hart ging te keer als een malle. Daarna kreeg ik aanvallen van emotiesen ging ik heel hard schreeuwen. Ik was helemaal de weg kwijt, en dat heeft nog maanden geduurd.”
Bitter sweet manic nature
Het is tijd om het bokkenpootje te eten. Het is even stil. Aan de muur in zijn atelier hangt een gedicht van hemzelf, het heet: Bittter sweet manic nature. Over de soms geweldige highs die hij had, maar ook de lows van hypomania. Een zin is: My beloved, therapy and pills convence me to stay.
“In het begin wilde ik helemaal geen pillen, en toen ik eenmaal overstag was, raakte ik helemaal opgeblazen van die medicatie. Dat was een drama, ten tweede werd ik er heel vlak van. Normaal ben ik een emotioneel iemand. Maar dat had ik helemaal niet meer. Verschrikkelijk! Ik werd een soort robot.”
Goed voor zichzelf zorgen
In 2014 krijgt hij een andere psychiater. “Dat was een grappige vent, die ging mij ook helemaal spiegelen. Hij scheef mij andere medicatie voor, een medicijn dat ook mensen die epilepsie hebben gebruiken. Daar ging ik veel beter op.” Het verlost hem in zekere zin en het gaat langzaam aan steeds beter. "Het kwartje viel op een gegeven moment, dat het ook echt belangrijk is om goed voor mezelf te zorgen. Zo stopte ik bijvoorbeeld met drinken. Nu rook ik ook niet meer. Al is dat pas een half jaar, ik moet niet overdrijven.”
Leven stabiel
Inmiddels heeft hij al 2 jaar geen therapie meer en is zijn leven stabiel. Hij is klaar om de wereld zijn collectie te laten zien en zijn verhaal te laten horen. “Ja, het is tijd om naar buiten te treden, om te vertellen wat het is om manisch zijn en de wereld te laten weten dat je ermee kan leven!” Hij staat op en loopt naar een paspop waar een zwart gewaad over hangt, met veren. ”Voor januari heb ik de meest donkere look gemaakt, de Hallucinaria”, zegt hij als hij zijn hand op de schouder van de pop legt. Geïnspireerd op dat ik van die grote kraaien zag in mijn psychose. Daar hoort ook die snavel bij van een kraai.” Hij moet er om lachen, gelukkig kan hij nu lachen. Hij gaat weer zitten en neemt een laatste hap van zijn bokkenpootje.
In augustus doet Michael een fotoshoot met de 12 jurken. Hij werkte in deze collectie samen met ZOLTAN, Ivan van Beek, Judith Schwendener, Soek Zwamborn, Rik Davids, Brenda de Vries, Sonya Bloemhard, Dennis Bijleveld aka mama Queen onder anderen. Waar de expositie plaats vindt is nog niet duidelijk. Bekijk ook zijn website voor meer info over Michael: about – Michael van der Meide