PDD-NOS
PDD-NOS
Wat is PDD-NOS?
Er zijn wel kenmerken van een autismespectrumstoornis, maar niet genoeg en ook niet ernstig genoeg om aan de criteria voor een diagnose autisme te voldoen. PDD-NOS is wel een ontwikkelingsstoornis en valt daarmee onder de noemer autismespectrumstoornissen (ASS).
Er bestaan dus geen duidelijke criteria, maar wel richtlijnen op basis waarvan PDD-NOS gediagnostiseerd kan worden:
- een aantoonbare achterstand of beperkingen in sociale contacten en – interactie met andere mensen
- de communicatievaardigheden, zowel in woord als gebaar, schieten duidelijk te kort
- het zich in een ander kunnen verplaatsen (empatisch vermogen) is niet goed ontwikkeld
- hebben van vaste eigen gewoontes, stereotiep gedrag. Interesse gaat niet verder dan een beperkt aantal onderwerpen.
- houterige motoriek.
Kinderen met PDD-NOS
Door deze andere ontwikkeling kunnen kinderen met PDD-NOS angstig en onzeker worden. Door vaste routines en gewoonten houden zij hun angst min of meer in bedwang. Per kind kunnen de kenmerken van PDD-NOS verschillen. Naarmate het kind ouder wordt, loopt het meer en meer tegen problemen en eigen beperkingen aan.
Behandeling
Een kant en klare behandeling voor iemand met PDD-NOS is er niet, omdat iedere persoon met dit probleem zijn eigen specifieke beperkingen heeft.
Iemand met PDD-NOS heeft baat bij structuur, regelmaat en voorspelbaarheid. Tijdens de behandeling leren we iemand om te gaan met onzekerheid waardoor meer zelfvertrouwen ontstaat.
Nieuwe gebeurtenissen en feestdagen spreken we stap voor stap van tevoren door zodat je je, als persoon met PDD-NOS, erop kunt voorbereiden en het voorspelbare activiteiten worden. Dit geeft voor iedereen rust.
De behandeling van PDD-NOS bestaat uit een combinatie van:
- uitleg over autisme (zogenaamde psycho-educatie) in zijn algemeenheid en heel specifiek over PDD-NOS. Ook komt aan bod hoe anderen op iemand met PDD-NOS kunnen reageren en welke misverstanden kunnen ontstaan. Zo ben je beter voorbereid op onverwachte situaties.
- psychotherapie (cognitieve gedragstherapie). Deze therapie leert je om te gaan met je emoties.
- sociale vaardigheidstraining. Door deze training leer je te oefenen met de omgang met andere mensen, waardoor de sociale omgang makkelijker verloopt.
- en mogelijk medicijnen.
Ook kun je zogenaamde (job)coaching krijgen. Dan krijg je praktische begeleiding om houvast en overzicht te krijgen.